ARTIKEL 1: huursom
De huursom wordt bepaald aan de hand van de bij het aangaan van de huurovereenkomst bij de verhuurder geldende tarieven, zoals deze in diens bedrijfsruimte vermeld zijn of ter inzage liggen.
ARTIKEL 2: betaling
A. De huursom alsmede alle andere ter zake van de huurovereenkomst verschuldigde bedragen zoals in de (af-)rekening opgenomen dienen aan verhuurders’ adres contant te worden voldaan, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen.
B. Indien betalingen niet contant plaatsvinden is de verhuurder gerechtigd de verschuldigde bedragen te verhogen met een rente van 1% per maand, welke verhoging wordt beschouwd als een voorwaarde waaronder de huurder uitstel van betaling is verleend, zonder dat daarmee overigens de verplichting van huurder tot contante betaling komt te vervallen. Deze verhoging gaat 1 maand na factuurdatum in terwijl de verhuurder daarnaast tevens gerechtigd is indien huurder ook na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te verhogen met incasso-, gerecht- en andere inningskosten, waaronder begrepen de kosten van de raadsman en de werkelijk gemaakte te specificeren buitengerechtelijke kosten.
C. De in het contract vermelde waarborgsom strekt tot betaling van al hetgeen de huurder aan de verhuurder verschuldigd is uit hoofde van de huurovereenkomst onverminderd de verplichting van de huurder het eventueel na verrekening met de waarborgsom resterende bedrag contant te voldoen en onverminderd het recht van de verhuurder tot volledige schadevergoeding.
D. Indien de huurder door welke oorzaak of omstandigheid dan ook geen gebruik kan maken van het gehuurde draagt de verhuurder voor de daaruit voortvloeiende schaden en kosten geen aansprakelijkheid.
E. In het geval in het vorige lid bedoeld blijft de huurder verplicht de volledige huursom en eventuele andere in de (af)-rekening vermelde bedragen te voldoen, tenzij het met betrekking tot de huursom aantoont, dat het niet kunnen gebruiken van het gehuurde een gevolg was van een defect, dat daarin reeds aanwezig was bij aanvang van de huurperiode.
ARTIKEL 3: huurperiode
A. De huurperiode is de periode gelegen tussen de tijdstippen van aanvang en inlevering zoals in het contract vermeld.
B. Verlenging van de huurperiode kan slechts plaatsvinden na toestemming van de verhuurder en wel tegen de (verlengings-)tarieven als in artikel 1 bedoeld.
C. Tussentijdse inlevering van het gehuurde doet de huurovereenkomst eindigen zonder dat recht op vermindering van de in het contract vermelde of wegens verlenging vermeerderde huursom bestaat.
D. Het gehuurde moet bij het adres van de verhuurder worden ingeleverd uiterlijk op het in het contract vermelde tijdstip van de inlevering.
E. Indien de oorspronkelijke of verlengde huurperiode met meer dan 15 minuten wordt overschreden doordat het gehuurde niet op tijd bij het adres van de verhuurder is (zijn) ingeleverd loopt de huur door tot het tijdstip dat het gehuurde wordt ingeleverd of door de verhuurder is ontvangen, tegen de tarieven als bedoeld in artikel 1, vermeerderd met een boete van 12,00 voor elke dag dat het gehuurde te laat wordt ingeleverd of ontvangen zijn en onverminderd eventuele door de verhuurder te lijden kosten en schaden.
F. Onverminderd in het bepaalde in het vorige lid heeft de verhuurder in dat geval het recht om de huurovereenkomst ontbonden te verklaren zonder rechtelijke tussenkomst en de teruggave van het gehuurde onverwijld te vorderen of deze terug te nemen waar en bij wie zij zich ook bevindt. Deze bevoegdheid heeft de verhuurder ook indien de huurder enige voorwaarde van de huurovereenkomst niet naleeft.
ARTIKEL 4: gebruik
A. Het gehuurde mag slechts gebruikt worden overeenkomstig hun normale bestemming en door de in het huurcontract genoemde berijder(s). Hij (zij) moet(en) bij verhuurders’ adres schoon worden ingeleverd in de staat waarin hij (zij) werd(en) ontvangen.
B. De huurder dient als een goed huisvader voor het gehuurde te zorgen. Zo dient hij (zij) alle voorzorgsmaatregelen te treffen tegen beschadigingen, verlies of diefstal.
C. Het gehuurde mag in elk geval niet gebruikt worden in de duinen en op het strand, indien geen gebruik gemaakt wordt van verharde paden en/of wegen.
ARTIKEL 5: schade, verlies en diefstal
De huurder is aansprakelijk voor het beschadigen aan of verlies of diefstal van het gehuurde of onderdelen daarvan, zomede van fietssleutels en -ketting(en)/sloten, tegen bedragen, welke door de verhuurder naar normale normen worden vastgesteld, tenzij in het huurcontract zijn vermeld onder de dagwaarde. Het gehuurde is niet verzekerd tegen aansprakelijkheid-/casco-schade.
ARTIKEL 6: kosten tijdens de huurperiode
Alle lasten en belastingen ter zake van het gebruik van het gehuurde is voor rekening van de huurder. Evenzo zijn voor rekening alle kosten aan het gebruik daarvan verbonden, zoals stalling, onderhoud en reparaties.
Verklaring contract huurgegevens
Huurder heeft gehuurd van opgegeven verhuurder en in goede staat ontvangen fiets/skelter e.d. plus toebehoren met het (de) daarbij vermelde framenummer(s) indien aangebracht en de huurperiode, huursom (en waarborgsom).
Op het contract zijn van toepassing de bovenstaande algemene voorwaarden. In het bijzonder artikel 5: “De huurder is aansprakelijk voor het beschadigen aan of verlies of diefstal van het gehuurde of onderdelen daarvan, zomede van fietssleutels en -ketting(en)/sloten, tegen bedragen, welke door de verhuurder naar normale normen worden vastgesteld, tenzij in het huurcontract zijn vermeld onder de dagwaarde. Het gehuurde is niet verzekerd tegen aansprakelijkheid-/casco-schade”.